Voortgezet onderwijs

De standaard arbeidsduur is 40 uur per week.

Bron: artikel 6.2

De standaard werkdag is een dag niet zijnde een zaterdag, zondag of en algemene erkende feestdag.

Bron: artikel 1.1

Er is sprake van overuren als de opgedragen arbeid buiten de met de werknemer overeengekomen wekelijkse arbeidsduur wordt verricht.

* Indien het een dag betreft die volgt op een erkende feestdag.

Bron: artikel 6.3

In onderstaande tabel staat aangegeven op welke momenten werknemers een onregelmatigheidstoeslag ontvangen op hun bruto uurloon.

Bron: artikel 12.5

De cao kent geen regeling voor ploegenuren.

De cao kent geen regeling voor verschoven uren.

De cao kent geen regeling voor werken onder fysiek belastende omstandigheden.

De cao kent geen regeling voor reisuren.

De cao hanteert de onderstaande dagen als feestdag. Als de werknemer moet werken op een feestdag, is bij de afspraken voor overuren en/of afspraken voor onregelmatigheiduren (deel A) te lezen of er een toeslag van toepassing is voor werken op een feestdag.

De cao kent de volgende feestdagen:

• Nieuwjaarsdag
• Tweede paasdag
• Koningsdag
• Hemelvaartsdag
• Tweede pinksterdag
• Eerste en tweede kerstdag

Of een feestdag voor de werknemers een doorbetaalde vrije dag is, valt voor uitzendkrachten in deel B te lezen bij de feestdagenregeling voor uitzendkrachten. Voor payrollkrachten is dit in deel C te lezen bij de feestdagenregeling voor payrollkrachten.

Bron: bijlage 4

De referentiefuncties worden ingedeeld op basis van het eigen functiewaarderingssysteem (het FUWA-VO 2010).

Bron: artikel 5.2

De cao kent de onderstaande loontabellen. Bijbehorende bruto uurlonen staan voor uitzendkrachten bij deel B en voor payrollkrachten bij deel C.

• Loontabel voor ondersteunend personeel.

Bron: bijlage 9

Werknemers hebben op 1 augustus recht op een trede verhoging.

Bron: artikel 12.1

De cao kent de onderstaande initiële loonsverhogingen.*

*Er zijn nog geen (toekomstige) loonsverhogingen bekend als onderstaande tabel leeg is.

De cao kent de volgende (onkosten)vergoedingen:

Reiskosten woon-werkverkeer
€0,17 per kilometer.
De werknemer heeft recht op een tegemoetkoming in de kosten van het woon-werkverkeer tussen zijn woning en het gebouw indien de afstand hiertussen 8 of meer kilometer enkele reis bedraagt. De tegemoetkoming wordt gegeven over de gehele afstand tot en met een afstand van 25 kilometer enkele reis. In afwijking van het gestelde in het tweede lid ontvangt de werknemer in het eerste jaar van zijn arbeidsovereenkomst ook een vergoeding over het aantal kilometers boven de 25 kilometer enkele reis. Boven de 25 kilometer enkele reis wordt de hoogte van de vergoeding gemaximeerd op het niveau van een vergoeding tweede klas op jaarbasis voor dat traject.

Bron: bijlage 3

Reis-en verblijfkosten bij dienstreizen
Voor het reizen per auto:
1-10.000 km per jaar €0,28
10.001-20.000 km per jaar €0,21
20.001 en meer km per jaar €0,19

Bron: bijlage 3

Reis-en verblijfskosten bij dienstreizen
De dienstreizen worden in de regel vergoed op basis van het reizen met openbare vervoermiddelen, tarief tweede klas. Het tegen vergoeding reizen per auto mag, indien voor dit gebruik door de werkgever machtiging is verkregen.

Bron: bijlage 3

De cao kent geen thuiswerkvergoeding. 

De cao kent de volgende eindejaarsuitkeringen.

• Eindejaarsuitkering.
  De werknemer die in een kalenderjaar op enig moment in dienst is bij een instelling ontvangt een eindejaarsuitkering van 8,33%. De werknemer die een gedeelte van het jaar in dienst is, ontvangt de uitkering naar rato. Voor de werknemer die onder het VPL-overgangsrecht valt, bedraagt de eindejaarsuitkering in afwijking van het bepaalde in lid 1 6,6%
• Extra eindejaarsuitkering.
  De werknemer die in een kalenderjaar is benoemd of benoemd is geweest in één of meer functies met één der schalen 1 tot en met 8, ontvangt een extra eindejaarsuitkering. Deze extra eindejaarsuitkering wordt toegekend naast de in artikel 3.6. genoemde uitkering. De extra eindejaarsuitkering bedraagt bij een normbetrekking € 1200 bruto. De extra eindejaarsuitkering wordt berekend per maand van het kalenderjaar waarin de werknemer werkzaam is geweest en salaris heeft genoten.

Bron: 3.6

De cao kent de onderstaande eenmalige uitkering(en).*

*Er zijn nog geen (toekomstige) eenmalige uitkeringen bekend als onderstaande tabel leeg is.

De cao kent geen adv-regeling.

De cao kent geen tijd-voor-tijdregeling.

Een uitzendkracht bouwt pensioen op bij Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP). De pensioenopbouw start als de uitzendkracht 18 jaar of ouder is.

De uitzendkracht begint met de opbouw van de StiPP Basisregeling. Na 52 gewerkte weken gaat de uitzendkracht deelnemen aan de StiPP Plusregeling.

Bron: artikel 32 (ABU cao)

De eerste 52 gewerkte weken zit een uitzendkracht in fase A. In deze fase mag de werknemer een onbepaald aantal tijdelijke contracten krijgen.

Na 52 gewerkte weken komt de uitzendkracht in fase B. Deze fase duurt 3 jaar, waarin de werknemer 6 contracten mag krijgen.

Na fase B krijgt de uitzendkracht een contract voor onbepaalde tijd, dit noemen we fase C.

Bron: artikel 10 (ABU cao)

Een uitzendkracht heeft recht op 8,33% vakantiegeld.

Bron: artikel 18 (ABU cao)

De uitzendkracht heeft bij elke volledig gewerkte werkmaand recht op 16 2/3 uur vakantie. Dit komt neer op 25 vakantiedagen per jaar.

Een parttime werknemer heeft recht op een evenredig deel van het totaal aantal vakantiedagen.

Bron: artikel 26 (ABU cao)

Voor uitzendkrachten gelden de volgende dagen als feestdagen zolang ze niet op een zaterdag of zondag vallen:

• Nieuwjaarsdag
• Tweede paasdag
• Hemelvaartsdag
• Tweede pinksterdag
• Eerste en tweede kerstdag
• Koningsdag 
• Bevrijdingsdag in een jubileumjaar

Als de uitzendkracht vanwege de feestdag niet hoeft te werken, krijgt hij deze dag doorbetaald als dit normaal gesproken een werkdag zou zijn. Als niet duidelijk is of deze dag een standaard werkdag voor de uitzendkracht is, dan wordt dit als volgt bepaald:

• Is de uitzendkracht in de 13 aaneengesloten weken direct voorafgaand aan de feestdag al in dienst?
  • Indien ja; de uitzendkracht wordt doorbetaald op de feestdag als hij minimaal 7 van de 13 weken gewerkt heeft op deze dag van de week.
  • Indien nee; de uitzendkracht wordt doorbetaald op de feestdag als hij meer dan de helft van het aantal weken waarin hij in dienst is op deze dag van de week heeft gewerkt. 

Als de werknemer wel moet werken op een feestdag, geldt er mogelijk een feestdagtoeslag. Voor welke dagen dit geldt is te lezen bij 'Welke dagen hanteert de cao als feestdag?' (deel A) en de toeslagen zijn te vinden bij de afspraken voor overuren en/of afspraken voor onregelmatigheiduren (deel A).

Bron: artikel 27 (ABU cao)

Het ziekengeld bij een lopende arbeidsovereenkomst is in het eerste jaar 90%, maar minimaal het wettelijk minimumloon.

In het tweede jaar is het ziekengeld 80% en wordt het niet aangevuld tot het wettelijk minimumloon.

Bron: artikel 25 (ABU cao)

Ja, wanneer een uitzendkracht zich ziekmeldt heeft hij één wachtdag. Dit houdt in dat de uitzendkracht op de eerste ziektedag nog geen recht heeft op ziekengeld.

Bron: artikel 25 (ABU cao)

De cao kent geen adv-regeling.

De cao kent geen tijd-voor-tijdregeling.

De werknemer heeft recht op een contract voor onbepaalde tijd na 3 bepaalde tijd contracten en/of na een looptijd van 2 jaar.

Bron: artikel 9.2

Na een onderbrekingstermijn van tenminste 6 maanden begint de ketenregeling opnieuw.

Bron: artikel 9.6

De cao kent geen contractregeling voor seizoenskrachten.

De cao kent geen contractregeling voor bbl-ers en stagiairs.

De cao kent geen regeling voor uitsluiting loondoorbetalingsverplichting.

Alleen wanneer er sprake is van bestendig gebruik bij de opdrachtgever, mag de uitsluiting loondoorbetalingsverplichting in de eerste zes maanden van het contract toegepast worden.

In geval van opzegging nemen zowel de werkgever als de werknemer de volgende opzegtermijn in acht:

• ten minste 1 maand indien de arbeidsovereenkomst 6 maanden of minder heeft geduurd;
• ten minste 2 maanden indien de arbeidsovereenkomst meer dan 6 maanden, doch minder dan 12 maanden heeft geduurd;
• ten minste 3 maanden indien de arbeidsovereenkomst 12 maanden of meer heeft geduurd.

Bron: artikel 10.5

De werknemer heeft recht op 53,25 dagen.

Bron: artikel 14.2

De cao kent geen regeling voor extra verlofdagen.

De werknemer heeft recht op 8% vakantiegeld. Dit wordt uiterlijk in mei uitgekeerd.

Bron: artikel 3.8

De cao kent een feestdagenregeling voor de volgende feestdagen:

De cao kent geen wacht- of verlofdagregeling bij ziekte.

Ja, bij ziekte heeft een werknemer recht op loondoorbetaling:

• Maand 1 t/m 12: 100%
• Vanaf maand 13: 70% als het UWV bepaald dat de werknemer recht heeft op bezoldiging dan krijgt de werknemer 80%.

Bron: bijlage 11

Ja, deze verlofregelingen zijn terug te vinden in artikel 15 van de cao (zie rechtsboven de pagina 'Bron (SZW)').

De cao kent geen periodiek repeterende uitkeringen.

De cao kent de volgende (eenmalige) bonussen:

• 25- jarig dienstjubileum
  Bij een dienstverband in het onderwijs: half maandsalaris incl. vakantietoeslag.
• 40- of 50- jarig dienstjubileum
  Bij een dienstverband in het onderwijs: maandsalaris incl. vakantietoeslag.
• Bindingstoelage functie directie (voor zover niet reeds een bindingstoelage op grond van onderdeel d wordt toegekend)
  Directie heeft recht op een bindingstoeslag van €263,94 als ze op 1 augustus gelijk aan of meer dan het maximumsalaris ontvangen. De toeslag wordt elk jaar in augustus uitgekeerd.
• Bindingstoelage leraar
  Leraren hebben recht op een bindingstoeslag van €1591,09 als ze op 1 augustus gelijk aan of meer dan het maximumsalaris ontvangen. De toeslag wordt elk jaar in augustus uitgekeerd.
• Bindingstoelage schaal 9
  Werknemers in schaal 9 hebben recht op een bindingstoeslag van €263,94 als ze op 1 augustus gelijk aan of meer dan het maximumsalaris ontvangen. De toeslag wordt elk jaar in augustus uitgekeerd.
• Bindingstoelage Onderwijskundig team- of afdelingsleider in schaal 12
  Werknemers in schaal 12 hebben recht op een bindingstoeslag van €1591,09 als ze op 1 augustus gelijk aan of meer dan het maximumsalaris ontvangen. De toeslag wordt elk jaar in augustus uitgekeerd.

Bron: artikel 12.8 en 3.5