Leerlingen komen met de leerbedrijven een arbeidsovereenkomst overeen voor ten hoogste 12 maanden. Er kunnen verschillende opeenvolgende arbeidsovereenkomsten met hetzelfde leerbedrijf worden afgesloten, op voorwaarde dat de beroepspraktijkvorming in hetzelfde leerbedrijf vervolgd wordt.
De arbeidsovereenkomst voor leerlingen en de beroepspraktijkovereenkomst zijn aan elkaar gekoppeld. Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst eindigt zodra de beroepspraktijkovereenkomst eindigt.
Als de beroepspraktijkovereenkomst eindigt door het afleggen van een examen of het behalen van deelcertificaten, dan eindigt de arbeidsovereenkomst op de laatste dag van de looptijd van de arbeidsovereenkomst.
De beroepspraktijkovereenkomst van leerlingen op wie de Wet educatie beroepsonderwijs (WEB) van toepassing is, eindigt ook op grond van het bepaalde in de beroepspraktijkovereenkomst.
Tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst kan een werknemer als leerling worden aangemerkt. Dat kan als de werknemer een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft. In dat geval blijft de arbeidsovereenkomst in stand, ook als de beroepspraktijkovereenkomst afloopt of wordt beëindigd.
Bron: artikel 5.4, 5.6 en 5.7