Foodservice en Groothandel in Levensmiddelen (GHP en GIL)

terug

Kies welke onderdelen jij in het PDF-bestand wil opnemen en klik vervolgens op "Download PDF".
Standaard staan alle onderdelen aangevinkt.

Deel A: basis voor uitzend- en payrollkrachten

Arbeidsduur

Wat is het aantal uur in een standaard werkweek?

Deel A (GHP):

De standaard arbeidsduur is 40 uur per week.

Bron: artikel 21

Deel B (GIL):
De standaard arbeidsduur is 36 uur per week.

Bron: artikel 17

Wat is het aantal uur op een standaard werkdag?

Deel A (GHP):
De standaard werkdag bedraagt maximaal 12 uur.

Bron: artikel 21

Deel B (GIL):
De cao kent de volgende vier werktijdenregelingen:

  • Venster I: standaard venster voor werknemers die overdag werken.
  • Venster II: voor werknemers die in wisselende roosters of in ploegendiensten werken.
  • Venster III: voor werknemers die 18 uur of minder per week werken, en die in de ochtend of avond werken.
  • Venster IV: voor werknemers die op zaterdag tot 19.00 uur werken en/of werken in nachtdiensten tussen 0.00 en 04.00 uur. 

Voor de bedieningsgroothandel en de zelfbedieningsgroothandel gelden verschillende werktijden. Voor de bedieningsgroothandel zijn de werkvensters:

  • Venster I:
    ma-vrij van 06.00 tot 19.00 uur
  • Venster II:
    ma-vrij van 04.00 tot 22.00 uur; en/of
    zaterdag van 04.00 tot 14.00 uur
  • Venster III:
    ma-vrij van 04.00 tot 10.00 uur; en/of
    ma-vrij van 17.00 tot 24.00 uur; en/of
    zaterdag van 04.00 tot 19.00 uur
  • Venster IV:
    zondag 22.00 uur tot zaterdag 19.00 uur

Voor de zelfbedieningsgroothandel zijn de werkvensters:

  • Venster I:
    ma-vrij van 06.00 tot 19.00 uur
  • Venster II:
    ma-vrij van 04.00 tot 24.00 uur; en/of
    zaterdag van 04.00 tot 19.00 uur
  • Venster III:
    ma-vrij van 04.00 tot 10.00 uur; en/of
    ma-vrij van 17.00 tot 24.00 uur; en/of
    zaterdag van 04.00 tot 19.00 uur
  • Venster IV:
    zondag 22.00 uur tot zaterdag 19.00 uur

Bron: artikel 16

Overwerk en toeslagen

Welke afspraken zijn er voor overuren?

Deel A (GHP):
Er is sprake van overuren als de werknemer over een periode van 3 aaneengesloten maanden meer heeft gewerkt dan gemiddeld 40 uur per week of meer dan tien uur per etmaal werkt.

De overuren worden toegekend als tijd-voor-tijd uren (zie tijd-voor-tijdregeling), tenzij dit naar mening van de opdrachtgever strijdig is met het bedrijfsbelang. Alleen in het geval van uitbetaling van de tijd-voor-tijd uren geldt voor elk opgebouwd uur een toeslag van 25 procent.

Bron: artikel 26

Deel B (GIL):
Er is sprake van overuren als de werknemer meer werkt dan: 

  • 144 uur per 4 weken werkt, of
  • 45 uur per week (geldt niet voor chauffeurs), of 
  • 10 uur per dag (voor chauffeurs is dit 9 uur per dag)

De eerste 16 uur overwerk worden verrekend tegen 125% van het bruto uurloon en de uren daarboven tegen 150% van het bruto uurloon.

Als zowel onregelmatigheidstoeslag als overwerktoeslag van toepassing zijn, geldt het hoogste percentage.

Bron: artikel 18 en 35

Welke afspraken zijn er voor onregelmatigheidsuren?

Deel A (GHP):
In onderstaande tabel staat aangegeven op welke momenten werknemers een onregelmatigheidstoeslag ontvangen op hun bruto uurloon.

Dag Tijd Percentage
Ma - za 00.00 - 06.00 uur* 120%
Zaterdag 18.00 - 24.00 uur 125%
Zondag 00.00 - 18.00 uur 200% (t/m 30 juni 2024)
175% (vanaf 1 juli 2024)
Zondag 18.00 - 24.00 uur 150%
Feestdag 00.00 - 24.00 uur 200%


Bij samenloop van gewerkte uren op zon- en feestdagen geldt de zon- en feestdagentoeslag van 100% éénmalig.

*De nachttoeslag is niet van toepassing voor werknemers die hun dienst starten vanaf 04:00 uur.

Bron: artikel 26

Deel B (GIL):
In onderstaande tabel staat aangegeven op welke momenten werknemers een onregelmatigheidstoeslag ontvangen op hun bruto uurloon.

Bedieningsgroothandel:

Regeling Dag Tijd     Percentage
Venster I Ma - vr 00.00 - 04.00 uur 150%
Venster I Ma - vr 04.00 - 06.00 uur 125%
Venster I Ma - vr 19.00 - 22.00 uur 125%
Venster I Ma - vr 22.00 - 24.00 uur 150%
Venster I Zaterdag 00.00 - 12.00 uur 150%
Venster I Zaterdag 12.00 - 24.00 uur 200%
Venster I Zon- en feestdag 00.00 - 24.00 uur 200%
Venster II Ma - vr 00.00 - 04.00 uur 150%
Venster II Ma - vr 22.00 - 24.00 uur 150%
Venster II Zaterdag 00.00 - 04.00 uur 150%
Venster II Zaterdag 14.00 - 24.00 uur 200%
Venster II Zon- en feestdag 00.00 - 24.00 uur 200%
Venster III Ma - vr 00.00 - 04.00 uur 150%
Venster III Ma - vr 10.00 - 17.00 uur 125%
Venster III Zaterdag 00.00 - 04.00 uur 150%
Venster III Zaterdag 19.00 - 24.00 uur 200%
Venster III Zon- en feestdag 00.00 - 24.00 uur 200%
Venster IV Ma - vr 00.00 - 04.00 uur 150%
Venster IV Ma - vr 04.00 - 06.00 uur 125%
Venster IV Ma - vr 19.00 - 22.00 uur 125%
Venster IV Ma - vr 22.00 - 24.00 uur 150%
Venster IV Zaterdag 00.00 - 14.00 uur 150%
Venster IV Zaterdag 14.00 - 19.00 uur 175%
Venster IV Zaterdag 19.00 - 24.00 uur 200%
Venster IV Zondag 00.00 - 22.00 uur 200%
Venster IV Zondag 22.00 - 24.00 uur 150%
Venster IV Feestdag 00.00 - 24.00 uur 200%


Als zowel onregelmatigheidstoeslag als overwerktoeslag van toepassing zijn, geldt het hoogste percentage.

Wisseltoeslag 105%:
een werknemer heeft recht op een wisseltoeslag als hij in een periode van 4 weken tenminste 6 keer is ingeroosterd in het tijdsinterval tussen 04.00 – 06.59 uur EN tenminste 6 keer is ingeroosterd in het tijdsinterval tussen 19.01 – 24.00 uur.

Een werknemer heeft ook recht op de wisseltoeslag als in een periode van 4 weken tenminste 5 keer een dienst voorkomt die uren tussen 00.00 – 04.00 uur omvat.


Zelfbedieningsgroothandel:

Regeling  Dag Tijd     Percentage
Venster I Ma - vr 00.00 - 04.00 uur 150%
Venster I Ma - vr 04.00 - 06.00 uur 125%
Venster I Ma - vr 19.00 - 22.00 uur 125%
Venster I Ma - vr 22.00 - 24.00 uur 150%
Venster I Zaterdag 00.00 - 04.00 uur 150%
Venster I Zaterdag 04.00 - 06.00 uur 125%
Venster I Zaterdag 19.00 - 24.00 uur 200%
Venster I Zon- en feestdag 00.00 - 24.00 uur 200%
Venster II Ma - vr 00.00 - 04.00 uur 150% + vaste toeslag 7%
Venster II Zaterdag 00.00 - 04.00 uur 150% + vaste toeslag 7%
Venster II Zaterdag 19.00 - 24.00 uur 200% + vaste toeslag 7%
Venster II Zon- en feestdag 00.00 - 24.00 uur 200% + vaste toeslag 7%
Venster III Ma - vr 00.00 - 04.00 uur 150%
Venster III Ma - vr 10.00 - 17.00 uur 125%
Venster III Zaterdag 00.00 - 04.00 uur 150%
Venster III Zaterdag 19.00 - 24.00 uur 200%
Venster III Zon- en feestdag 00.00 - 24.00 uur 200%
Venster IV Zaterdag 19.00 - 24.00 uur 200% + vaste toeslag 22,5%
Venster IV Zondag 00.00 - 22.00 uur 200% + vaste toeslag 22,5%
Venster IV Feestdag 00.00 - 24.00 uur 200% + vaste toeslag 22,5%


Als zowel onregelmatigheidstoeslag als overwerktoeslag van toepassing zijn, geldt het hoogste percentage.

 

Bron: artikel 35

Welke afspraken zijn er voor ploegenuren?

Deel A (GHP):
De cao kent geen regeling voor ploegenuren.

Deel B (GIL):
Venster II is van toepassing op de werknemer die in wisselende roosters of in ploegendiensten werkt (zie de afspraken voor de onregelmatigheidsuren). 

Bron: artikel 16

 

Welke afspraken zijn er voor verschoven uren?

De cao ken geen regeling voor verschoven uren.

Welke afspraken zijn er voor werken onder fysiek belastende omstandigheden?

Deel A (GHP):
De cao kent geen regeling voor werken onder fysiek belastende omstandigheden.

Deel B (GIL):
De werknemer heeft recht op een toeslag als hij werkt in gekoelde ruimten. Hij ontvangt voor ieder uur werken in een vriesruimte in de betreffende vestiging van de opdrachtgever (een ruimte met een temperatuur tussen -18 en 0 graden Celsius) een toeslag van € 1,19 (per 1-1-2025: € 1,22). Voor het werken in een koelruimte (een ruimte met een temperatuur tussen 0 en 7 graden Celsius) ontvangt de werknemer een toeslag van € 0,49 (per 1-1-2025: € 0,50) per gewerkt uur.

Indien de werknemer niet aaneengesloten maar meerdere malen korte periodes per dag werkzaam is in de koel- of vriesruimten, vindt mogelijke toekenning van bovenstaande toeslag plaats in overleg met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging of vakorganisatie.

Bron: artikel 36

Welke afspraken zijn er voor reisuren?

Deel A (GHP):
Als een werknemer op een andere locatie of vestiging moet werken dan is overeengekomen in de arbeidsovereenkomst, heeft hij recht op een vergoeding van de reisuren op basis van het wettelijk minimumloon per uur, zodra de enkele reistijd langer duurt dan een half uur ten opzichte van de enkele reistijd voor het normale woon-werkverkeer.

Bron: artikel 28

Deel B (GIL):
De cao kent geen regeling voor reisuren.

Welke dagen hanteert de cao als feestdag?

De cao hanteert de onderstaande dagen als feestdag. Als de werknemer moet werken op een feestdag, is bij de afspraken voor overuren en/of afspraken voor onregelmatigheiduren (deel A) te lezen of er een toeslag van toepassing is voor werken op een feestdag.

De cao kent de volgende feestdagen:

  • Nieuwjaarsdag
  • Eerste en tweede paasdag
  • Koningsdag
  • Bevrijdingsdag in een jubileumjaar
  • Hemelvaartsdag
  • Eerste en tweede pinksterdag
  • Eerste en tweede kerstdag

Of een feestdag voor de werknemers een doorbetaalde vrije dag is, valt voor uitzendkrachten in deel B te lezen bij de feestdagenregeling voor uitzendkrachten. Voor payrollkrachten is dit in deel C te lezen bij de feestdagenregeling voor payrollkrachten.

Bron: artikel 27

Inschaling

Welke referentiefuncties kent de cao?

In de onderstaande bijlagen vind je de referentiefuncties van Groothandel in Levensmiddelen en de functieomschrijvingen van Groothandel in Horecaproducten.

Welke loontabellen kent de cao?

De cao kent de onderstaande loontabellen. Bijbehorende bruto uurlonen staan voor uitzendkrachten bij deel B en voor payrollkrachten bij deel C.

Deel A (GHP):

  • Reguliere werknemers -  loontabel voor jeugdige- en volwassen werknemers.
  • Oproepkrachten - loontabel voor werknemers waarvan de werkzaamheden incidenteel van aard zijn en geen vaste omvang hebben. De vakantiedagen en vakantiebijslag zitten bij een oproepkracht in het loon verrekend.

Bron: artikel 20 en 23

Deel B (GIL):

  • Reguliere werknemers - loontabel voor jeugdige- en volwassen werknemers.
  • Ervaren werknemers - Werknemers die minstens 3 jaar onafgebroken in dienst en ook 20 jaar of ouder zijn, worden beloond volgens de loonschalen van werknemers van 23 jaar en ouder, indien in het bezit van een diploma vwo, havo of mbo niveau 2.
  • Werknemers Participatiewet - werknemers die vallen onder de Participatiewet mogen maximaal 24 maanden worden ingeschaald in functiegroep 1. Dit staat gelijk aan het wettelijk minimumloon. Voorwaarde is dat de werknemer een bedrijfsopleiding krijgt en bij verlenging van het contract na het 1e jaar het contract voor onbepaalde tijd moet worden aangegaan.

Bron: artikel 28, 30 en bijlage I

Wanneer is er een individuele loonsverhoging?

Deel A (GHP):
De opdrachtgever bepaalt elk jaar op 1 juli of de werknemer recht heeft op een periodieke tredeverhoging.

Bron: artikel 23

Deel B (GIL):
Elk jaar op 1 januari wordt het salaris voor het nieuwe kalenderjaar bepaald.

Bron: artikel 30

Wanneer zijn er (initiële) collectieve loonsverhogingen?

De cao kent de onderstaande initiële loonsverhogingen.*

*Er zijn nog geen (toekomstige) loonsverhogingen bekend als onderstaande tabel leeg is.

Datum Wijziging Bron
Bekijk alle wijzigingen

Vergoedingen en uitkeringen

Welke (onkosten)vergoedingen kent de cao?

Deel A (GHP):
De cao kent de volgende (onkosten)vergoeding:

  • Reiskostenvergoeding
    Als de werknemer tijdelijk moet werken op een andere locatie of vestiging dan is overeengekomen in de arbeidsovereenkomst, heeft hij recht op een reiskostenvergoeding van € 0,23 per kilometer. Zodra de enkele reistijd langer duurt dan een half uur ten opzichte van de enkele reistijd voor het normale woon-werkverkeer.

Bron: artikel 28

Deel B (GIL):
De cao kent de volgende (onkosten)vergoeding:

  • Onkostenvergoeding 
    Vertegenwoordigers en chauffeurs hebben recht op vergoeding van onkosten die gemaakt zijn voor de uitoefening van de functies.
     
  • Consignatievergoeding
    Een werknemer die buiten zijn werktijd verplicht oproepbaar moet zijn, heeft recht op een consignatievergoeding.
    • Als de werknemer een week (ma-za) oproepbaar moet zijn, ontvangt hij per week een vergoeding van 5% van het periode-/maandloon.
    • Als de werknemer een deel van de week oproepbaar moet zijn, ontvangt hij een vergoeding van 0,75% van het periode-/maandloon per dag. 
    • Als de werknemer op zon- en feestdagen oproepbaar moet zijn, ontvangt hij een vergoeding van 1,5% van het periode-/maandloon per dag.  

Bron: artikel 33, 34 en 37

Kent de cao een thuiswerkvergoeding?

De cao kent geen thuiswerkvergoeding. 

Kent de cao een eindejaarsuitkering?

De cao kent geen eindejaarsuitkering.

Kent de cao eenmalige uitkeringen?

De cao kent de onderstaande eenmalige uitkering(en).*

*Er zijn nog geen (toekomstige) eenmalige uitkeringen bekend als onderstaande tabel leeg is.

Datum Wijziging Bron
Bekijk alle wijzigingen

Deel B: uitzendkrachten

Arbeidsduurverkorting en tijd-voor-tijdregeling

Kent de cao een adv-regeling?

De cao kent geen adv-regeling.

Kent de cao een tijd-voor-tijdregeling?

Deel A (GHP):
De cao kent een tijd-voor-tijdregeling, maar deze kan niet gehanteerd worden voor uitzendkrachten.

Deel B (GIL):
Ja, de cao kent de volgende tijd-voor-tijdregeling:

De overwerk- en onregelmatigheidstoeslagen (zie afspraken bij overuren en onregelmatigheidsuren) kunnen - in overleg met de werknemer - worden uitgekeerd in geld of vrije tijd.

Bron: artikel 35

 

Fasesysteem en pensioen

Bouwt een uitzendkracht pensioen op?

Een uitzendkracht bouwt pensioen op bij Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP). De pensioenopbouw start als de uitzendkracht 18 jaar of ouder is.

De uitzendkracht begint met de opbouw van de StiPP Basisregeling. Na 52 gewerkte weken gaat de uitzendkracht deelnemen aan de StiPP Plusregeling.

Bron: artikel 32 (ABU cao)

Een uitzendkracht doorloopt het fasensysteem. Hoe werkt dit fasensysteem?

De eerste 52 gewerkte weken zit een uitzendkracht in fase A. In deze fase mag de werknemer een onbepaald aantal tijdelijke contracten krijgen.

Na 52 gewerkte weken komt de uitzendkracht in fase B. Deze fase duurt 3 jaar, waarin de werknemer 6 contracten mag krijgen.

Na fase B krijgt de uitzendkracht een contract voor onbepaalde tijd, dit noemen we fase C.

Bron: artikel 10 (ABU cao)

Vakantiedagen en vakantiegeld

Hoeveel vakantiedagen bouwt de uitzendkracht op?

De uitzendkracht heeft bij elke volledig gewerkte werkmaand recht op 16 2/3 uur vakantie. Dit komt neer op 25 vakantiedagen per jaar.

Een parttime werknemer heeft recht op een evenredig deel van het totaal aantal vakantiedagen.

Bron: artikel 26 (ABU cao)

Hoe hoog is het vakantiegeldpercentage voor een uitzendkracht?

Een uitzendkracht heeft recht op 8,33% vakantiegeld.

Bron: artikel 18 (ABU cao)

Welke feestdagenregeling geldt voor uitzendkrachten?

Voor uitzendkrachten gelden de volgende dagen als feestdagen zolang ze niet op een zaterdag of zondag vallen:

  • Nieuwjaarsdag
  • Tweede paasdag
  • Hemelvaartsdag
  • Tweede pinksterdag
  • Eerste en tweede kerstdag
  • Koningsdag 
  • Bevrijdingsdag in een jubileumjaar

Als de uitzendkracht vanwege de feestdag niet hoeft te werken, krijgt hij deze dag doorbetaald als dit normaal gesproken een werkdag zou zijn. Als niet duidelijk is of deze dag een standaard werkdag voor de uitzendkracht is, dan wordt dit als volgt bepaald:

  • Is de uitzendkracht in de 13 aaneengesloten weken direct voorafgaand aan de feestdag al in dienst?
    • Indien ja; de uitzendkracht wordt doorbetaald op de feestdag als hij minimaal 7 van de 13 weken gewerkt heeft op deze dag van de week.
    • Indien nee; de uitzendkracht wordt doorbetaald op de feestdag als hij meer dan de helft van het aantal weken waarin hij in dienst is op deze dag van de week heeft gewerkt. 

Als de werknemer wel moet werken op een feestdag, geldt er mogelijk een feestdagtoeslag. Voor welke dagen dit geldt is te lezen bij 'Welke dagen hanteert de cao als feestdag?' (deel A) en de toeslagen zijn te vinden bij de afspraken voor overuren en/of afspraken voor onregelmatigheiduren (deel A).

Bron: artikel 27 (ABU cao)

Ziekte en verlof

Hoeveel loon krijgt de uitzendkracht doorbetaald bij ziekte?

Het ziekengeld bij een lopende arbeidsovereenkomst is in het eerste jaar 90%, maar minimaal het wettelijk minimumloon. 

In het tweede jaar is het ziekengeld 80% en wordt het niet aangevuld tot het wettelijk minimumloon.

Bron: artikel 25 (ABU cao)

Is er sprake van een wachtdag?

Ja, wanneer een uitzendkracht zich ziekmeldt heeft hij één wachtdag. Dit houdt in dat de uitzendkracht op de eerste ziektedag nog geen recht heeft op ziekengeld.

Bron: artikel 25 (ABU cao)

Deel C: payrollkrachten

Arbeidsduurverkorting en tijd-voor-tijdregeling

Kent de cao een adv-regeling?

De cao kent geen adv-regeling.

Kent de cao een tijd-voor-tijdregeling?

Deel A (GHP):
Ja, de cao kent de volgende tijd-voor-tijdregeling:

De overuren vallen in eerste instantie onder de tijd-voor-tijdregeling, wat betekent dat de werknemer voor elk overuur een uur tijd-voor-tijd opbouwt. Als dit naar mening van de opdrachtgever strijdig is met het bedrijfsbelang, is het mogelijk om de overuren uit te betalen met een toeslag van 25%.

Bron: artikel 26

Deel B (GIL):
Ja, de cao kent de volgende tijd-voor-tijdregeling:

De overwerk- en onregelmatigheidstoeslagen (zie afspraken overuren en onregelmatigheidsuren) kunnen - in onderling overleg met de werknemer - worden uitgekeerd in geld of in vrije tijd. 

Bron: artikel 35

Contracten

Wanneer heeft de werknemer recht op een onbepaalde tijd contract?

Deel A (GHP):
De werknemer heeft recht op een onbepaalde tijd contract na 3 bepaalde tijd contracten en/of een looptijd van 3 jaar.

Bron: artikel 18

Deel B (GIL):
De werknemer heeft recht op een onbepaalde tijd contract na 3 bepaalde tijd contracten en/of een looptijd van 3 jaar.

Bron: artikel 22

Wanneer is er sprake van een onderbreking van de ketenregeling?

Deel A (GHP):
Na een onderbrekingstermijn van tenminste 6 maanden begint de ketenregeling opnieuw.

Bron: artikel 18

Deel B (GIL):
Na een onderbrekingstermijn van tenminste 6 maanden begint de ketenregeling opnieuw.

Bron: artikel 22

Kent de cao een contractregeling voor seizoenskrachten?

Deel A (GHP):
De onderbrekingstermijn kan voor seizoenskrachten ingekort worden tot maximaal drie maanden. De seizoensfuncties mogen maximaal negen maanden uitgeoefend worden.

Bron: artikel 18

Deel B (GIL):
De cao kent geen contractregeling voor seizoenskrachten.
 

Kent de cao een contractregeling voor bbl-ers of stagiairs?

Deel A (GHP):
De ketenregeling is niet van toepassing op werknemers waarmee een arbeidsovereenkomst is aangegaan in verband met een beroepsbegeleidende leerweg (bbl).

Bron: artikel 18

Deel B (GIL):
De ketenregeling is niet van toepassing op werknemers die een leer-arbeidsovereenkomst hebben in samenhang met een opleiding in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg (bbl).

Bron: artikel 22

Kent de cao een regeling voor uitsluiting loondoorbetalingsverplichting (ULV)?

De cao kent geen regeling voor uitsluiting loondoorbetalingsverplichting.

Alleen wanneer er sprake is van bestendig gebruik bij de opdrachtgever, mag de uitsluiting loondoorbetalingsverplichting in de eerste zes maanden van het contract toegepast worden.

Kent de cao een opzegtermijn?

Bij opzegtermijnen wordt er in de cao onderscheid gemaakt tussen werkgever en werknemer. De lengte van de opzegtermijn van de werkgever en de werknemer, is afhankelijk van de lengte van het dienstverband. 

Voor elke vijf jaar dat de werknemer in dienst is, komt er één maand opzegtermijn bij. De minimale lengte van de opzegtermijn van de werkgever en de werknemer is altijd één maand. De maximale lengte van de opzegtermijn is drie maanden. 

Wanneer de werknemer of de werkgever op wil zeggen, dan moet dit schriftelijk gebeuren.

Bron: artikel 18.12

Vakantiedagen en vakantiegeld

Hoeveel vakantiedagen kent de cao?

Deel A (GHP):
De werknemer heeft recht op 25 vakantiedagen. Daarnaast krijgen werknemers extra vakantiedagen op basis van leeftijd: 

  • 55-59 jaar: 1 extra vakantiedag 
  • 60 tot en met de AOW-gerechtigde leeftijd: 2 extra vakantiedagen

Bron: artikel 29 en 33

Deel B (GIL):
De werknemer heeft recht op 25 vakantiedagen.

Boven de 25 vakantiedagen heeft iedere werknemer die tenminste 5 jaar bij de werkgever in dienst is en in het lopende jaar:
26 jaar voor de AOW leeftijd is, recht op één extra vakantiedag;
21 jaar voor de AOW leeftijd is, recht op twee extra vakantiedagen;
16 jaar voor de AOW leeftijd is, recht op drie extra vakantiedagen;
11 jaar voor de AOW leeftijd is, recht op vier extra vakantiedagen;
6 jaar voor de AOW leeftijd is, recht op vijf extra vakantiedagen;

Deze dag(en) bedraagt / bedragen gemiddeld 7,2 uur.

Artikel 43

Kent de cao een regeling voor extra verlofdagen?

Deel A (GHP):
Naast de extra vakantiedagen op basis van leeftijd (zie vakantiedagenregeling) heeft de werknemer ook recht op extra vakantiedagen op basis van jaren dienstverband.

  • 10 jaar dienstverband: 1 extra vakantiedag
  • 20 jaar dienstverband: 2 extra vakantiedagen
  • 30 jaar dienstverband: 3 extra vakantiedagen
  • 40 jaar dienstverband: 4 extra vakantiedagen

Bron: artikel 33

Deel B (GIL):
Ja, wanneer de werknemer tenminste 5 jaar in dienst is bij de werkgever en in het lopende jaar een van onderstaande leeftijden heeft bereikt, gelden de volgende extra vakantiedagen:

  • 40 jaar in lopend jaar: 1 extra vakantiedag
  • 45 jaar in lopend jaar: 2 extra vakantiedagen
  • 50 jaar in lopend jaar: 3 extra vakantiedagen
  • 55 jaar in lopend jaar: 4 extra vakantiedagen
  • 60 jaar in lopend jaar: 5 extra vakantiedagen

Werknemers in functiegroep 6 en 7 bouwen 1 extra vakantiedag op, boven de hierboven genoemde dagen. Het maximaal aantal vakantiedagen dat de werknemer in 12 maanden kan opbouwen is 30 dagen.

Bron: artikel 43

Hoe hoog is het vakantiegeld in de cao?

Deel A (GHP):
De werknemer heeft recht op 8% vakantiegeld. Dit wordt uiterlijk in mei uitgekeerd.

Bron: artikel 29

Deel B (GIL):
De werknemer heeft recht op 8% vakantiegeld. Dit wordt uiterlijk in juni uitgekeerd. Voor werknemers van 21 jaar en ouder bedraagt het minimale vakantiegeld voor de periode 1 mei 2022 t/m 30 april 2023 € 2026,-.

Bron: artikel 49

Welke feestdagenregeling geldt voor payrollkrachten?

De cao kent een feestdagenregeling voor de volgende feestdagen:

Feestdag Regeling Opmerking
Nieuwjaarsdag Deel A (GHP): Doorbetaalde vrije dag / Deel B (GIL): Doorbetaalde vrije dag Deel A (GHP): Indien geen roostervrije dag / Deel B (GIL): Indien een doordeweekse dag
Eerste paasdag Deel A (GHP): Doorbetaalde vrije dag  
Tweede paasdag Deel A (GHP): Doorbetaalde vrije dag Deel B (GIL): Doorbetaalde vrije dag  
Koningsdag Deel A (GHP): Doorbetaalde vrije dag / Deel B (GIL): Doorbetaalde vrije dag  
Bevrijdingsdag Deel A (GHP): Doorbetaalde vrije dag / Deel B (GIL): Doorbetaalde vrije dag Deel A (GHP): Indien geen roostervrije dag / Deel B (GIL): Indien een doordeweekse dag
Hemelvaartsdag Alleen in een jubileumjaar Deel A (GHP): Doorbetaalde vrije dag / Deel B (GIL): Doorbetaalde vrije dag  
Eerste pinksterdag Deel A (GHP): Doorbetaalde vrije dag  
Tweede pinksterdag Deel A (GHP): Doorbetaalde vrije dag / Deel B (GIL): Doorbetaalde vrije dag  
Eerste kerstdag Deel A (GHP): Doorbetaalde vrije dag / Deel B (GIL): Doorbetaalde vrije dag Deel A (GHP): Indien geen roostervrije dag / Deel B (GIL): Indien een doordeweekse dag
Tweede kerstdag Deel A (GHP): Doorbetaalde vrije dag / Deel B (GIL): Doorbetaalde vrije dag Deel A (GHP): Indien geen roostervrije dag / Deel B (GIL): Indien een doordeweekse dag
Bron: artikel 20 en 27

Ziekte- en (zorg)verlof

Kent de cao een wacht- of verlofdagregeling bij ziekte?

Tijdens een wachtdag heeft een payrollkracht geen recht op ziekengeld.

Deel A (GHP):
Ja, de cao kent een wachtdagenregeling, zolang de werknemer maar het minimaal aantal wettelijke vakantiedagen (en met inachtneming van het wettelijk minimumloon) behoudt. Onder wachtdagen wordt hier verstaan:

  • Bovenwettelijke vakantiedagen
  • Compensatiedagen en alle overige vrije dagen die de werknemer heeft opgebouwd.

In plaats van bovenstaande heeft de werkgever ook het recht om de wachtdagen (gedeeltelijk) in geld in te houden op het salaris van de werknemer (met inachtneming van het wettelijk minimumloon). 

Het aantal wachtdagen dat wordt ingehouden is:

  • Eerste ziektegeval: 0 wachtdagen
  • Tweede ziektegeval: 1 wachtdag
  • Derde en elk opvolgend ziektegeval: 2 wachtdagen

Wanneer er tussen twee ziektegevallen minder dan 28 dagen zit, wordt dit als één ziektegeval gezien.

Bron: artikel 47

Deel B (GIL):
Er is sprake van een wachtdag vanaf de tweede ziektemelding per kalenderjaar. Wanneer er tussen twee ziektegevallen minder dan een maand zit, wordt dit als één ziektegeval gezien. Per kalenderjaar mogen er maximaal 4 wachtdagen worden ingehouden.

Bron: artikel 40

Kent de cao een regeling voor loondoorbetaling bij ziekte?

Deel A (GHP):
Ja, bij ziekte heeft een werknemer recht op loondoorbetaling:

  • Week 1 - 26: 100%
  • Week 27 - 52: 90% maar minimaal het wettelijk minimumloon
  • Week 53 - 78: 80%
  • Week 79 - 104: 70%

Bron: artikel 47

Deel B (GIL):
Ja, bij ziekte heeft een werknemer recht op loondoorbetaling:

  • Week 1 - 26: 100%
  • Week 27 - 52: 90% 
  • Jaar 2: 80% + aanvulling naar 90% als de werknemer zich voldoende inzet om zijn restverdiencapaciteit te benutten en ook daadwerkelijk werkt.

Bron: artikel 40

Kent de cao een regeling voor kortdurend zorgverlof, calamiteiten of bijzonder verlof?

Deel A (GHP):
Ja, deze verlofregelingen zijn terug te vinden in artikel 36-46 van de cao (zie rechtsboven de pagina 'Bron (SZW)').

Deel B (GIL):
Ja, deze verlofregelingen zijn terug te vinden in artikel 41-42 van de cao (zie rechtsboven de pagina 'Bron (SZW)').

Bonussen en eindejaarsuitkering

Kent de cao periodiek repeterende uitkeringen (winstuitkering, 13e maand, etc.)?

De cao kent geen periodiek repeterende uitkeringen.

Kent de cao (eenmalige) bonussen?

Deel A (GHP):
De cao kent de volgende (eenmalige) bonussen:

  • Bij een 25-jarig dienstverband: 1 bruto maandsalaris
  • Bij een 40-jarig dienstverband: 2 bruto maandsalarissen
  • Bij een 50-jarig dienstverband: 3 bruto maandsalarissen

Zolang dit fiscaal mogelijk is, zal de uitbetaling van de jubileumuitkering bruto/netto geschieden. De uitkering voor een parttimer wordt naar rato berekend.

Bron: artikel 34

Deel B (GIL):
Een werknemer die het maximum van zijn schaal bereikt heeft, mag een waarderingstoeslag van maximaal 10% worden toegekend.

Bron: artikel 32